In het Wenen van rond 1900 wordt de jonge Edward verliefd op Sophie, een meisje van ver boven zijn stand. In hun jeugd wordt het tweetal uit elkaar gehaald en mogen ze elkaar niet meer zien. Jaren later, als jonge vrouw, gaat Sophie zich verloven met de Weense prins Leopold. Maar dan komt de magische kunstenaar Eisenheim in de stad en weet iedereen te verbazen met zijn geweldige trucs. Als Eisenheim en Sophie elkaar dan na al die jaren weer tegenkomen, slaat de vonk opnieuw over. Leopold vertrouwt hem niet en stuurt inspecteur Uhl op Eisenheim af om hem in de gaten te houden.